op het dievenpad zijn 1.0
op pad zijn om een inbraak te plegen; uit stelen zijn
Algemene voorbeelden
Met een schok worden we wakker uit deze dromerige toestand want we horen dat er gemorreld wordt aan het keukenraam [...]. Het is echter niet die goede buur maar een vreemdeling zeker, die verdwaald is zeker. Hij heeft echter niet geklopt maar doet pogingen om binnen te komen. Hij is namelijk op het dievenpad. Hij is geen voorstander van het eerbiedigen van de waarde "een ander in het ongestoorde bezit of eigendom laten van geld en goederen".